De grootste bijennestkasten die iedereen kent zijn de bijenkasten, vroeger bijenkorven, die door imkers worden gebruikt om hun “vliegend vee” in onder te brengen. Niet iedereen ziet het zitten om honingbijen te gaan houden, maar wilde bijen in de tuin of op het terras ligt wel binnen ieders bereik.
Maar waarom zou ik nu beginnen met die vervelende en gevaarlijke beesten aan te trekken? Eerst een misverstand uit de wereld helpen. De solitaire bijen zoals metselbijen en zandbijen kunnen niet steken en zijn dus totaal ongevaarlijk. Belangrijker is dat zij een onmisbare rol spelen in de bestuiving van bloemen. Veel van onze voedselplanten nemen zij voor hun rekening. Eén voorbeeld daarvan zijn de peren die door de ijverige metselbij worden bestoven.
De eenvoudigste bijennestkastjes bestaan uit een houten blok met horizontale gaatjes in tussen 3 en 10mm doorsnede en een vijftal centimeter diep. Je kan ze ook zelf maken door bamboestokken, vliertwijgen of riet in een oude conservendoos stevig tegen elkaar te drukken en zo op te hangen, met de twijgen horizontaal wel te verstaan.
Sommige mensen maken in hun tuin een echt bijenhotel zoals hieronder afgebeeld. Verschillende materialen zoals houten blokken, stenen, twijgen zijn hierin verzameld om aan zoveel mogelijk verschillende bewoners onderdak te bieden.
