VZW Dorp

Combinatieteelt: een voorbeeld uit de Andes

 

VLUU L310 W  / Samsung L310 W

Combinatieteelten bij de hooglandindianen van Peru

Tussen 1975 en 1981 had ik het geluk te mogen werken als tuinbouw-ontwikkelingswerker in het centrale Andesgebergte van Peru . We maakten daar onder andere een tijdschrift Minka waarin we artikelen publiceerden over de tradities van deze hoogland indianen. Ik heb toen een artikel geschreven over tuinders in de Mantaro vallei dicht bij de stad Huancayo. Dat artikel ligt al maanden op mijn bureau omdat ik die ontdekking van toen graag met jullie wil delen. Niet om klakkeloos na te laten doen, maar als inspiratie voor diegene onder ons die een klein stuk van de tuin intensief willen gebruiken.

Handen-delen

Het dorpje heet Pucara een bedrijvig dorpje in een kleine vallei met lage lemen huizen en heel veel eucalyptus bomen. In dat dorp kwam ik in contact met een jonge tuinder Juan Vila. Hij nam mij mee naar zijn groentetuinen tussen al die andere veldjes die als een lappendeken daar lagen. We konden zijn veld bereiken via een wirwar van paadjes langs irrigatie kanaaltjes.

Op dat veld ontmoetten wij Lucia zijn vrouw, die samen met haar buurvrouw “handen deelden” zoals ze dat noemde. “Gisteren hielp zij haar buurvrouw bij het stuk werk dat zij belangrijk vond en vandaag helpt die buurvrouw haar op het veldje van familie Vila”. Op die manier elkaar helpen was immers veel gezelliger dan alleen te moeten werken!

Natuurlijk, alles door elkaar

Gewend aan het Nederlandse beeld van tuinbouw met bedden van een enkel gewas (of de biologische variatie met rijtjes van twee of drie gewassen om en om), verloor ik mijzelf in een tuin waar alles door elkaar leek te staan. De groentes waren bijna dezelfde als die we in Nederland kennen. Radijsjes, sla, spinazie, rode bietjes en allerlei tuinkruiden.

Hoewel Peru in de tropen ligt, woonden deze mensen op een hoogte van 2500m boven zeeniveau toch in een gematigd klimaat.

Juan vertelde mij dat zijn overgrootvader die teeltwijze geleerd had van chinezen elders in het Andes gebergte. Hij liet mij zien dat ze in grond die van te voren rijkelijk voorzien was met schapenmest wel vijf verschillende groentesoorten door elkaar zaaiden. Dit werk werd het liefst door vrouwen gedaan, want die hadden fijnere vingers. De mannen bemestten en spitten liever de grond en hielpen met het oogsten en vervoer van de groenten naar het dorp.

Zij zaaiden met voorkeur bij opkomende maan en nooit bij nieuwe maan! “Dan nemen we vrij” viel Lucia haar man bij. In een bed zaaiden zij op één dag en door elkaar bijvoorbeeld radijsjes, witte rammenas of rettich, kropsla, rode biet en spinazie. Dit vereiste wel de nodige ervaring want er moest zuinig worden gezaaid.

Al oogstend kwam er meer ruimte

Zij vertelden dat dan eerst de radijsjes werden geoogst en in de ruimte die zij achter lieten werd dan sla verplant die op sommige plekken toch te dik opkwam. Maar het snelst ontwikkelde de sla die niet verplant werd. Na twee maanden werd de rammenas oogstrijp. Na drie maanden ging de spinazie (als plantje en met wat groter blad als bij ons gebruikelijk) eruit. Waardoor voldoende ruimte vrijkwam voor de sla en de bietjes. En als de sla het veld had geruimd konden de rode bieten zich verder uitleven.

De buurvrouw vertelde trots dat in haar tuin tussen de al genoemde gewassen ook nog eens worteltjes en snijbiet gezaaid werd! Zij had zeven groentes door elkaar!

Deze rijke combinatieteelt neemt weinig grond in beslag. Onkruid krijgt nauwelijks kans (Als het er was, werd dat gevoerd aan de huisdieren). Zaden die langzaam kiemen en langzame groeiers worden tegen uitdroging beschermd door de snelle radijzen. De bladgewassen wortelen oppervlakkig terwijl de bieten en wortels hun voedsel dieper zoeken. Bovendien zijn er in zo’n ”alles-door-elkaar” nauwelijks plagen en ziektes.

Maar Lucia benadrukte wel dat mannen geen geduld hadden om de zaadjes soort voor soort op voldoende afstand van elkaar, door elkaar heen te zaaien. Dat konden alleen vrouwen!

De tekening is overigens wel van een man met heel veel geduld, een lokale kunstenaar Mario Villalva.

mais-bonen-en-pompoenen-altijd-geweest1

Voedsel voor mens en dier.

Andere mengcultures uit Peru: Mais met tuinbonen, of mais met erwten. Waarbij de tuinbonen en erwten de mais van extra stikstof voorzien. Aardappels met tuinbonen of mais. Kool met sla, uien met sla of wortelen en voor de dieren gras met klaver. En dan zijn er natuurlijk allerlei mengsel met quinoa en soja. Maar die zijn voor ons minder toepasbaar.

Ook interessant is de gewoonte om tussen de gewassen bepaalde onkruidsoorten niet weg te halen omdat ze goed zijn voor de bodem zoals wilde klaversoorten. Net als erwten en bonen binden die stikstof uit de lucht en bedekken de bodem tegen droogte en erosie. Waar mogelijk laten ze koolzaad en ander sappig groen groeien als extra voer voor de huisdieren. Groen dat niet met wortel uitgetrokken wordt, maar afgesneden. Zodat het de nabij gelegen gewassen niet verstoort. Zo zie je dat die bergboeren niet alleen gericht zijn op de maïskorrel opbrengst maar tegelijkertijd in het veld groenvoer produceren voor hun schapen, geiten, cavia’s, konijnen, ezels en varkens.

Eigen ervaring

En schrijvend over combinatieteelten kan ik natuurlijk niet nalaten iets te melden over de meest bekende combinatie van Mais, bonen en pompoen. Zowel in Afrika, Zuid Amerika als in Nepal kwam ik die combinatie tegen die zowel in de voeding als op het land hoog scoort.

Ik heb deze bijzondere samenleving ooit op mijn volkstuin uitgeprobeerd en wel op de volgende manier: Ik groef kuilen van een halve meter diep waarin ik allerlei oogstresten en onkruiden kieperde. Daar ging de grond overheen en zag eruit als een bult. Aan de rand van die kuil/bult (doorsnede 1m) plantte ik mais 30cm uit elkaar. Boven op de bult wat pompoenzaden en na een maand zaaide ik bij de mais stokbonen. De mais groeide op en werd door de bonen met elkaar verbonden tot torens die flinke wind konden trotseren. De pompoen eerst op een bult, kwam door het verteren van het ingekuilde groen langzaam maar zeker in een lichte kuil te staan. Waar ik tijdens hoogzomer makkelijk een emmer water in kwijt kon. Terwijl de mais en bonen torens vormden, bedekte de pompoen de bodem tussen de torens. Dat was wel heel wat anders dan die rijtjes cultuur.

Bostuin

En wat je kunt doen met groentesoorten en landbouwgewassen is ook mogelijk met struiken en bomen. Op internet kan je van alles lezen over de “bostuin” waarin men combinaties maakt van allerlei noten en fruitbomen en kleinfruit als bessen en bramensoorten. Met daaronder allerlei andere eetbare planten. Zodat ze samen een eetbaar bos vormen waar je uiteindelijk weinig omkijken naar hebt.

www.tuinsmakelijk.nl/Info eetbare bostuin.htm en

www.permacultuurnederland.org/permacultuurtk/bostuin2007.pdf

De in Nederland meer bekende combinaties van groenten en kruiden staan beschreven in het al weer wat oudere boekje: “Planten die elkaars gezelschap zoeken” van Helen Philbrick en Richard B. Gregg. Uitgever Hollandia BV 1975. ISBN 90 6045 8958

“Buren voor combinatieteelt “vind je op: http://www.amateurtuinder.nl/?go=tuintips

*Combinatieteelt. Karel Lorteije. Het vertrouwde Vouwblad Combinatieteelt . Met uitgebreide documentatie over combinatieteelt in de moestuin, kleurige voorbeeldfoto’s en praktische tabellen. De 12 Ambachten, Mezenlaan 2 , 5282 HB Boxtel. (administratie@de12ambachten.nl)