VZW Dorp

Problemen

Het mobiliteitsprobleem volledig uit de doeken doen zou ons te ver leiden en is ook niet het doel van DORP. Wel willen we even stilstaan bij de files, het recente verleden en hopelijk de duurzame toekomst van onze mobiliteit.
We laten als inleiding graag even Eduard Schaepman, Algemeen Directeur van Regus Benelux, wereldwijd marktleider in het aanbieden van flexibele werkplekken, aan het woord.

Mobiliteitsprobleem vergt vooral andere mentaliteit

Gisteren pleitte de automobilistenorganisatie Touring voor een capaciteitsuitbreiding van de E313-snelweg tussen Antwerpen en Hasselt. Dit zou moeten helpen om het file- en ongevallenprobleem op de E313 op te lossen. Toch is een capaciteitsuitbreiding volgens mij geen echte oplossing op lange termijn. Het aantal auto’s op de Belgische wegen, dit zijn er nu al 5 miljoen, neemt constant toe waardoor het slechts een kwestie van tijd is vooraleer er een nieuwe capaciteitsuitbreiding nodig is.

Hiermee wordt wel terug duidelijk dat we met zijn allen dringend anders moeten gaan nadenken over onze mobiliteit. Dat zijn we verplicht aan onszelf – willen we niet een groot deel van ons leven doorbrengen in nutteloze files – en aan onze kinderen en kleinkinderen – aan wie we liefst van al een leefbaar klimaat willen nalaten.

In eerste instantie vergt dit een mentaliteitswijziging, bij werknemers en werkgevers. Vandaag is de geldende regel dat Mozes naar de berg komt: werknemers worden met zijn allen op één centrale plek verzameld om er van 9 tot 5 samen vlijtig werkend door te brengen. Logisch dat massa’s mensen tegelijkertijd dezelfde wegen naar Brussel, Antwerpen, Gent… nemen. En ’s avonds allemaal samen braaf weer terug. Nochtans zijn er heel wat beroepen waar het perfect denkbaar is om ’s ochtends eerst een tweetal uur thuis te werken, om nadien vlot na de files naar kantoor te rijden. Of nog beter: waarom niet één of twee dagen per week gewoon thuis werken? Wanneer er niets gebeurt zal ons fileprobleem, met de bijhorende schadelijke milieueffecten alleen maar erger worden. Flexibiliteit wordt het sleutelwoord. In de Regus groep merken we vandaag al dat heel wat van onze Amerikaanse klanten niet meer kijken naar waar of wanneer iemand werkt, maar naar welke resultaten de werknemer oplevert. De strijd om de beste werknemers in de VS wordt vaak beslecht door de flexibiliteit. Elk uur dat je minder in de file staat kun je besteden aan het bedrijf of aan het gezin. En aangezien deze werknemers vaak ook over een bedrijfswagen met tankkaart beschikken betekent elke dag telewerken ook een daadwerkelijke financiële besparing voor de firma. En waarom gebeurt dit vandaag nog maar in zeer weinig bedrijven in ons land? Omdat werkgevers hun medewerker niet vertrouwen? Wil de directeur zijn werknemer zien werken en liefst van al met een prikklok bijhouden of iedereen wel het vereiste aantal uren aanwezig is? Of durft de werknemer het niet aan om een aantal dagen per week thuis te blijven uit schrik om te vervreemden van het bedrijf. Of menen ze van zichzelf te weten dat ze zich in hun thuisomgeving niet op hun werk kunnen concentreren? Voor die mensen biedt een satellietkantoor op de invalswegen naar de grote steden of in een aantal secundaire steden alvast een tussenoplossing. Als we horen dat er plannen zijn om van heel Vlaanderen binnenkort één grote draadloze internet-hotspot te maken, staat niets de verdere uitbouw van het telewerken in de weg. We moeten telewerkers gewoon meer vertrouwen en betere faciliteiten geven. Flexibiliteit is de boodschap. Laat ons de berg, of een stukje ervan, gewoon naar Mozes brengen. Mozes zal eens zo blij zijn en dat maakt alweer een paar auto’s minder op de weg. Eduard Schaepman, Algemeen Directeur Regus Benelux

 

boerentram.jpg

Vroeger kon je met het openbaar vervoer bijna overal geraken. De boerentram, de paardentram, de buurtspoorwegen, ook “vicinal” genoemd door sommige echte Pajotten, roepen tegenwoordig enkel nog nostalgie op. Je was met deze prehistorische tuigen die rammelden en piepten opvallend snel op je bestemming, ook in de stad. Ze werden niet enkel ingezet voor passagiersvervoer maar er bestonden ook wagons waarmee alle mogelijke goederen werden vervoerd zoals fruit, vee, kolen, kalk, … Maar dat was dus vroeger.
Het is niet eens zo lang geleden dat de laatste tramlijnen van en naar Leerbeek, Schepdaal en andere illustere plaatsen in het Pajottenland (de Belle Alliance bijvoorbeeld) werden opgedoekt om plaats te maken voor moderne buslijnen en wegen om het verkeer “vlotter” te laten verlopen. Enkele oude tramlijnen kregen een nobeler bestemming en zijn nu heringericht als fiets- of wandelpaden.

bus.jpg

Modern vervoer krijgt steeds meer dit beeld. Ieder in zijn eigen stalen ros, rustig aanschuivend van de ene file in de andere.

verkeer.jpg