Sterilisatie gebeurt bij groenten en soepen en ook wel eens bij fruit. Producten die geen eiwitten bevatten en dus ook niet kunnen denatureren door een warmtebehandeling.
De verse groenten worden eerst schoongemaakt en geblancheerd. Daarna worden ze enkele minuten gekookt om ze zacht te maken. Zo kunnen grotere hoeveelheden in de steriliseerbokalen gestapeld worden. De groenten afspoelen met koud water en in de bokalen stapelen. Deze opvullen met lichtjes gezouten zuiver water tot een paar centimeter van de rand. De vooraf gezuiverde gummiringen aanbrengen en de bokalen afsluiten en voorzien van de klemmen of veren die hiervoor gebruikt worden. Breng de bokalen in de inmaakketel en vul deze tot net onder de rand met water van dezelfde temperatuur als het water in de bokalen. Sluit de ketel af, breng de thermometer aan en laat gedurende één uur bij 100°C koken. Koel na een uur de ketel af en haal de bokalen eruit. Wrijf deze schoon en laat ze afkoelen. Nadat alles is afgekoeld kunt u de veren of klemmen verwijderen en controleren of de bokalen hermetisch afgesloten zijn. Indien niet kunnen de groenten best onmiddellijk verbruikt worden of eventueel een tweede keer kort gesteriliseerd worden waarna het proces wordt herhaald. Plaats de bokalen op een koele donkere plaats.
Een gelijkaardig proces heeft plaats bij de bereiding van groenten die in blikken conservendozen worden bewaard. Dit is een industrieel proces dat niet geschikt is voor huis-, tuin- en keukengebruik.